Artikel 14 Afrekening en betaling
14.1 De klant is de in de horecaovereenkomst bepaalde prijs verschuldigd dan wel, voor zover de horecaovereenkomst werd gesloten meer dan drie maanden voor het tijdstip waarop de ingevolge die overeenkomst te verrichten horecadiensten verleend moeten worden, de prijzen welke gelden op het moment dat de horecadienst(en) (moet(en)) wordt(den) verleend, waaronder tevens worden verstaan de prijzen als vermeld op lijsten welke door het horecabedrijf op een voor de gast zichtbare plaats zijn aangebracht danwel zijn opgenomen in een lijst welke aan de klant/gast, desnodig op diens verzoek, wordt overhandigd. Wijzigingen in het
BTW-tarief worden te allen tijde aan de klant doorberekend. Een lijst wordt geacht voor de gast zichtbaar aangebracht te zijn indien deze zichtbaar is in de normaal toegankelijke ruimten van het horecabedrijf. Voor bijzondere diensten, zoals het gebruik van garderobe, garage, safe, bewassing, telefoon, telex, t.v.-huur e.d. kan door het horecabedrijf een extra vergoeding worden gevorderd.
14.4 Alle rekeningen, daaronder mede begrepen rekeningen terzake annulering of no-show, zijn door de klant en/of gast verschuldigd op het moment dat ze aan hem worden gepresenteerd. De klant dient voor contante betaling zorg te dragen tenzij schriftelijk anders is overeengekomen of tenzij anders wordt overeengekomen.
14.5 Wanneer voor een rekening voor een lager bedrag dan ε 150,- krachtens het bepaalde in het vierde lid een factuur wordt gezonden dan kan het horecabedrijf daarenboven ε 15,- aan administratiekosten in rekening brengen. Op dat bedrag is het bepaalde in dit artikel van overeenkomstige toepassing.
14.6 De gast en de klant zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alle bedragen welke één van hen of 01.09.98 beiden aan het horecabedrijf uit welken hoofde ook verschuldigd zijn. Geen van hen kan zich beroepen op enig voorrecht van uitwinning. Horecaovereenkomsten worden behoudens andersluidend beding geacht mede namens elke gast gesloten te zijn. Door te verschijnen geeft de gast te kennen dat de klant bevoegd was hem bij het sluiten van de betreffende horecaovereenkomst te vertegenwoordigen.
14.7 Zolang de gast en/of klant niet geheel aan al zijn verplichtingen jegens het horecabedrijf heeft voldaan is het horecabedrijf gerechtigd om alle goederen welke door de gast en/of klant in het horecabedrijf zijn meegebracht onder zich te nemen en te houden, totdat de gast en/of klant ten genoegen van het horecabedrijf aan al zijn verplichtingen jegens het horecabedrijf heeft voldaan. Naast een retentierecht komt het horecabedrijf in voorkomend geval een pandrecht toe op de betreffende goederen.
14.8 Indien andere dan contante betaling is overeengekomen dienen alle facturen, voor welk bedrag ook, door de klant binnen veertien dagen na factuurdatum aan het horecabedrijf te worden voldaan. Indien een factuur wordt gezonden is het horecabedrijf te allen tijde bevoegd een kredietbeperkingstoeslag van 2% van het factuurbedrag in rekening te brengen, welke vervalt indien de klant de factuur binnen veertien dagen voldoet.
14.9 Indien en voor zover tijdige betaling achterwege blijft is de klant in gebreke zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist.
14.10 Indien de klant in gebreke is dient hij aan het horecabedrijf alle op de inning vallende kosten te vergoeden, gerechtelijke zowel als buitengerechtelijke. De buitengerechtelijke inningskosten worden gesteld op minimaal 15% van de verschuldigde hoofdsom met een minimum van ε 100,- alles te vermeerderen met de daarover verschuldigde B.T.W.
14.11 Daarenboven is de klant indien hij in gebreke is een bedrag aan rente verschuldigd welke ligt 2% boven de wettelijke rente. Een gedeelte van een maand wordt bij de berekening van de verschuldigde rente voor een gehele maand gerekend.
14.12 Indien het horecabedrijf goederen als bedoeld in artikel 14.7 onder zich heeft en de klant van wie het horecabedrijf de goederen onder zich heeft gekregen gedurende drie maanden in gebreke is, is het horecabedrijf gerechtigd deze goederen publiekelijk dan wel onderhands te verkopen en zich op de opbrengst daarvan te verhalen. De aan de verkoop verbonden kosten komen eveneens ten laste van de klant en het horecabedrijf kan zich ook daarvoor op de opbrengst van de verkoop verhalen. Hetgeen na het verhaal van het horecabedrijf resteert wordt aan de klant uitgekeerd. 01.09.98
14.13 Iedere betaling zal, ongeacht enige door de klant bij die betaling geplaatste aantekening dan wel gemaakte opmerking, worden geacht te strekken in mindering op de schuld van de klant aan het horecabedrijf in de navolgende volgorde:
1. de kosten van executie;
2. de gerechtelijke en buitengerechtelijke inningskosten;
3. de rente;
4. de schade;
5. de hoofdsom.
14.14 Betaling geschiedt in Nederlandse courant. Indien het horecabedrijf buitenlandse betaalmiddelen accepteert dan zal gelden de op het moment van betaling geldende marktkoers. Het horecabedrijf kan daarbij bij wijze van administratiekosten een bedrag in rekening brengen dat overeenkomt met maximaal 10% van het bedrag dat in vreemde valuta wordt aangeboden. Het horecabedrijf kan dit bewerkstelligen door de geldende marktkoers met maximaal 10% aan te passen.
14.15 Het horecabedrijf is nimmer gehouden om cheques, girobetaalkaarten en andere dergelijke betaalmiddelen te accepteren en kan aan acceptatie van zodanige betaalmiddelen voorwaarden verbinden. Hetzelfde geldt voor andere, hier niet genoemde betaalmiddelen.